Het sollicitatiegesprek: 3 dingen die je echt NIET moet doen.

Het sollicitatiegesprek: 3 dingen die je echt NIET moet doen.

Laat in een sollicitatiegesprek zien wie je bent en dan vooral je zonkant. En wees congruent: wat je zegt moet kloppen met hoe je het zegt. Alleen, bij jezelf blijven is niet zo simpel. Juist tijdens een sollicitatiegesprek raak je makkelijk uit je evenwicht. Hoe komt dat?

Het is meestal niet de schuld van je gesprekspartner ... je graaft zelf de kuil waar je in valt. Door 3 dingen:

  1. Duiken
  2. Breien
  3. Toneelspelen.

1. Duiken

Als je uitgenodigd wordt voor een gesprek, bieden je CV en motivatie voldoende aanknopingspunten voor een gesprek. Sterker nog, je mag ervan uitgaan dat je, waar het gaat om kennis en ervaring, kwalificeert voor de job. Jij vindt dat (anders moet je niet solliciteren) en de organisatie vindt dat ook (anders moeten ze je niet uitnodigen). Solliciteren is een kennismaking met als doel om te kijken of er een wederzijdse ‘klik’ is. Solliciteren is niet examen doen.

Als je in een gesprek steeds wil ‘bewijzen’ dat je een geschikte kandidaat bent, dan duik je. Je stelt je op onder je gesprekspartner. Daarmee overtuig je je gesprekspartner niet, je maakt ‘m eerder wantrouwend: ‘is dit wel een goeie kandidaat of heeft-ie vooral de baan erg hard nodig..’. Rechtop blijven staan is vooral lastig als je een interviewer treft die zich als examinator opstelt. Die bijvoorbeeld vraagt: ‘waarom denkt u dat u kwalificeert voor de baan?’ Dat lijkt een redelijke vraag maar duwt je gemakkelijk in de ‘bewijsstand’. je kunt dan het beste herhalen wat je al in je motivatie noemde en verhelderende vragen stellen die je gesprekspartner uitnodigen het profiel dat ze zoeken nader in te kleuren. Daar kun jij dan weer op reageren en zo ontstaat een goed gesprek.

2. Breien

Je loopt het risico te gaan breien als je antwoord geeft op een vraag waarop je eigenlijk geen goed antwoord hebt. Breien is dat je veel te lang aan het woord bent omdat je niet precies weet wat je wil zeggen, of wat je gesprekspartner wil horen. Als je op een afstandje naar je zelf zou kijken, zie je jezelf ploeteren om er ‘toch iets van te maken’. Alleen, door al dat breien wordt je antwoord niet helder maar eerder wollig en vaag. Net als de indruk die je achterlaat…

Aan breien ligt de belemmerende overtuiging ten grondslag dat je tijdens een sollicitatiegesprek op elke vraag een antwoord moet hebben. Nu kun je ook de meeste vragen wel voorbereiden. Ook de verraderlijke open vragen als: ‘vertel eens iets over jezelf?’ Voorbereiden wil zeggen dat je de antwoorden van tevoren uitschrijft. Er alleen over nadenken is niet genoeg. Schrijven dwingt je te expliciteren; ‘wat wil ik nu echt zeggen’? Wat is relevant voor mijn gesprekspartner?

Maar er zijn ook vragen waarop je het antwoord gewoonweg niet hebt. Je kunt dan informeren waar je gesprekspartner op doelt. En als dat niet helpt, kun je het beste in alle openheid zeggen dat je op deze vraag geen antwoord hebt. Ook hier geldt: solliciteren is niet examen doen waarbij je punten verzamelt voor elk ‘goed’ antwoord. Als je eerlijk zegt dat je geen antwoord hebt, is de kans groot dat je interviewer zich gaat inspannen om de vraag te herformuleren dan wel een ander onderwerp aansnijdt.

3. Toneelspelen

Een vriend van mij is advocaat. Jaren geleden solliciteerde hij bij het Openbaar Ministerie om Officier van Justitie te worden. Het gesprek verliep ongeveer als volgt:

Q:’Heeft u een goed beeld van wat de functie inhoudt?’ A: ‘Zeker, ik heb gesproken met enkele bekenden van me die Officier van Justitie zijn’. Q:‘Interessant, met wie heeft u gesproken?’ Toen stond mijn vriend voor het blok: hij had namelijk van tevoren met helemaal niemand gesproken; hij besloot het 'algemeen' te houden. 'Ja, met een Officier van Justitie die volgens mij in Limburg werkt, de naam schiet me nu even niet te binnen. ‘Interessant’ was het antwoord. Tegen die tijd was wel voor iedereen aan tafel duidelijk dat mijn vriend zich op te glad ijs had begeven… Hij is nooit Officier van Justitie geworden.

Toneelspelen gaat meestal om je interessanter of beter voor te doen dan je bent. Menselijk maar doorgaans niet slim. Het is namelijk heel ingewikkeld om he toneelspel vol te houden! Of het nu gaat om opleidingen waarover je jokt of ervaring die je overdrijft; je creëert een nieuwe niet bestaande werkelijkheid waar je zomaar in verdwaalt. En dat voelt jouw gesprekspartner haarfijn aan. Een efficiëntere route naar een afwijzing is er vermoedelijk niet. Maar zelfs als je buitengewoon goed toneel speelt en je tijdens het gesprek niet door de mand valt, dan gebeurt het wel daarna. Je kunt immers niet waarmaken wat je tijdens de sollicitatie hebt beloofd.

Wat kunnen we nu concluderen? Is er een rode draad? Het lijkt me van wel. Ik kan het niet korter en treffender verwoorden dan één van mijn cliënten dat deed. Ze benoemde het als volgt: ‘laat je zonkant zien en blijf naturel’. Op die manier ben je geloofwaardig en overtuigend en houdt je gesprekspartner een positief gevoel over aan het gesprek.

Hans Boer

Is werkzaam bij: